Voedselbos vragen en antwoorden
Bostuintjes
In Nederland zijn ze relatief nieuw, maar in de tropen bestaan ze al eeuwen. Voedselbossen zijn een schatkamer aan lekker, gezond en gevarieerd eten en nog veel meer! In de tropen zijn ze bekend als bostuinen waar gezinnen naast hun eten ook medicijnen, brandhout en vezels voor kleding uithalen.
Het ontwerp van een voedselbos is geïnspireerd op de opbouw van verschillende vegetatielagen van een natuurlijk bos. Denk aan bomen, struiken, kruiden, klimmers en de bodem. Je imiteert daarmee een bosecosysteem. Een goed ontworpen voedselbos biedt ook onderdak aan vele soorten organismen. Bestuivende of plaagbestrijdende insecten, vogels, egels en andere dieren hebben allemaal hun rol in het grotere geheel. Hoe hoger de biodiversiteit, hoe evenwichtiger en gezonder een bos wordt.
Voedselbossen zijn in principe niet commercieel, zoals de traditionele akker- of tuinbouw. Op kleinere schaal kunnen ze wel wat inkomsten genereren. Bijvoorbeeld door de verkoop aan een lokaal restaurant of buurtwinkel.
Een productief voedselbos vraagt wel veel handarbeid en veel kennis van de verschillende soorten, om ze goed te verzorgen en te gebruiken. Voor één persoon is een voedselbos van honderd bij honderd meter goed te overzien. Als je met meer mensen bent, kun je natuurlijk altijd groter gaan. In Marokko is er een bos van wel twee bij vier kilometer groot en heeft iedere bewoner van de omliggende dorpen daarin een eigen bostuintje.
In een voedselbos kun je klassiekers als appels, walnoten, frambozen, aardbeien en artisjokken verbouwen. Maar ook pawpaw’s, hickorynoten en nashiperen zijn heel geschikt.
Smullen
op bosniveau
Bij zowel een voedselbos als agroforestry plant je bomen en struiken aan. Bij een voedselbos gaat dat in combinatie met klimmers en bodembedekkers. Bij agroforestry combineer je bomen en struiken met vee of gewassen. Die gewassen zijn bij agroforestry eenjarig. Denk aan groente en graan. Bij een voedselbos ligt de nadruk op meerjarig.
Een geslaagd voedselbos evenaart een natuurlijk bosecosysteem. Je kopieert slim de diversiteit van een bos: een breed palet aan planten en dieren. Er is geen risico op plagen, want alles houdt elkaar in balans. De bodem bouwt zich jaar in jaar uit op met meer humus en schimmels. Voedingsstoffen toevoegen is niet nodig. De kringloop houdt zichzelf in stand.
Bij agroforestry boek je net als bij een voedselbos ecologische winst. Maar economisch moet het wel uitkunnen. De boer zoekt naar een match met zijn bedrijfsvoering.
We kiezen wat we wel en niet van het natuurlijke bos overnemen. Zo kun je dieren die van de oogst eten niet de vrije ruimte geven. Zwijnen die de aanplant omwroeten of herten die aan jonge bomen komen knabbelen, hou je liever uit de buurt. En een zee van stekelige bramen is heel natuurlijk, maar onhandig als je je door het bos wilt bewegen. Ook putten we uit meer plantensoorten dan van nature in Nederland voorkomen. Helemaal puur natuur is het dus niet, we laten ons inspireren.
“We laten ons
inspireren”
Nederland kent van nature weinig eetbare en productieve soorten. Onze aardappelen komen bijvoorbeeld uit Peru en onze uien uit Azië. Al ‘onze’ appels en peren hebben hun origine in Kazachstan. Als je kiest voor alleen puur Nederlandse plantgemeenschappen, dan valt de oogst uit een voedselbos dus behoorlijk tegen.
Waar je wel op moet letten is dat soorten niet gaan woekeren en andere planten wegconcurreren. We willen dus eigenlijk alleen planten die zich netjes gedragen.
“Wist je dat de zonnebloem
niet uit Frankrijk komt,
maar uit Noord-Amerika?”
Veel dieren en insecten zijn niet zo kieskeurig in wat ze eten of welk bloemetje ze bestuiven. Een kiwibloem wordt hier in het bos door een hommel even blij bestoven als een smeerwortel.
Natuurlijk moet je er wel voor zorgen dat er voor de fijnproevers, zoals solitaire bijen, ook bloemen zijn waar zij specifiek van afhankelijk zijn.
“Een kiwibloem
wordt even blij bestoven
als een smeerwortel”
Misschien ken je de term ‘voedselbos-wachter’? Dat betekent zo min mogelijk doen en afwachten hoe het voedselbos zichzelf ontwikkelt.
Wil je het hele jaar door uit je voedselbos kunnen eten, grote hoeveelheden oogsten of kwalitatieve producten kunnen verkopen? Dan komt er toch wel wat meer bij kijken, zoals regelmatig maaien en snoeien. Planten als winde en braam nemen de boel anders over. En walnoten rapen tussen een meter brandnetels is ook geen pretje. Daarnaast groeit veel oogst op den duur uit handbereik als je niet snoeit. Handjes uit de mouwen dus!
Voedselbossen komen historisch gezien veel voor in het zonnige en superproductieve klimaat van de tropen. In die klimaatzone zouden ze de landbouw weg kunnen concurreren. In de subtropen groeit een voedselbos al trager en in onze gematigde klimaatzone groeit het nóg minder snel.
Voedselbossen vragen daarnaast veel fysieke arbeid en zijn qua teelten te divers voor een landbouwbedrijf. Ze zijn in Nederland prachtig als eetbaar landschap in je achtertuin en als stadsgroen. Als vervanging van grootschalige landbouw zijn ze echter minder geschikt.
Gelukkig zijn er goede alternatieven voor de gangbare landbouw. En die zijn nodig als je kijkt naar alle klimaatproblemen en de afhankelijkheid van olie, kunstmest en pesticiden. Een mooi alternatief is agroforestry, zoals je dat op het westelijke deel van Utopia Eiland ziet. En dat kan wel op grote schaal!
“De drie waardes van
een voedselbos:
voedsel, natuur, cultuur”
Iemand die het hele jaar eten uit het bos wil halen, heeft zeker genoeg aan een halve hectare. Wil je groter? Dan heb je meer mensen nodig. Of kijk eens of het, naast voedsel- en natuurwaarde, ook cultureel waarde toevoegt voor bijvoorbeeld een stad of recreatiegebied.
Zo werd de hele Utrechtse woonwijk Rijnvliet eetbaar, wat zorgt voor extra verbinding in de buurt en mooie recreatieplekken. Op Utopia Eiland heeft het voedselbos ook een verbindende rol: vrijwilligers komen hier samen voor het beheer en de oogst.
Door dit voedselbos kronkelt een ontdekkingsroute.
Agroforestry
Lees meer verdiepende informatie van het agroforestry perceel.
Schoolplein
Lees ook het interview met de ontwerper van het schoolplein.